Klimaatakkoord is eigenlijk best aandoenlijk

Onlangs heb ik een poging gedaan het ontwerp klimaatakkoord te bekijken. Terwijl ik de introductie las kreeg ik hetzelfde gevoel als wanneer ik een verslag van leerlingen door kijk. Het voelt een beetje aandoenlijk om het kabinet zo te zien ploeteren met de vraagstukken van klimaatverandering. Ze claimen het groenste kabinet ooit te zijn. En dat zal waarschijnlijk ook wel, ze hebben namelijk nooit eerder groen hoeven na te denken. Terwijl de pioniers van onze maatschappij al de blauwe economie omarmen loopt onze overheid nog zwaar achter de feiten aan. Je vraagt je af of ze werkelijk zo onkundig zijn of dat ze er bewust voor kiezen om zich zo op te stellen.

Met trots presenteren de heren het ontwerp klimaatakkoord als een eerste verftekening van een brandweerauto. Ze introduceren maar liefst 600 maatregelen om in ons land een CO2 reductie van 49% voor elkaar te krijgen. Ze omschrijven ook het centrale doel: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.  Daarvoor hebben ze de klas opgedeeld in groepjes die allemaal een deel van de opgave gaan bekijken. Maar net als de tekening van een kleuter ontbreekt aan dit plaatje iedere vorm van perspectief.

klimaatakkoord-brandweer
Verftekening Jan-Willem 1989 “Dit ben ik als brandweer”

De focus op CO2 reductie is een wanhopige poging om te proberen het klimaat te vatten in een taal die zij kunnen begrijpen. Laten we vooral de wereld vertalen naar getallen, want dan kunnen we gaan rekenen. En laten we vooral beginnen met eenvoudige sommetjes, want een globale aanpak is nu nog even te moeilijk. Dat is wat ze feitelijk doen door enkel te rekenen met maatregelen die alleen voor Nederland gelden. Hiermee hebben ze de grootste vervuilers, scheepvaart en luchtvaart, voor het gemak doorgeschoven naar het internationale sommetje. En dat wat overblijft is nog steeds te moeilijk dus hebben ze gekeken naar iets wat het stoerste jongetje van de klas nog wel begrijpt: auto’s.  De vroemvroem moet vanaf 2030 niet meer op diesel of benzine gaan rijden.

Dit is een thema dat je door het hele klimaatakkoord heen leest. Het lijkt alsof alles elektrisch moet gaan worden, want dan zal het beter zijn. Uiteraard is dit niets anders dan symptoom bestrijding. Als er alleen elektrische auto’s om ons heen rijden zien we uitstoot niet. Als we alle huizen van aardgas af halen dan lijkt het alsof we geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. En om het netwerk te blijven benutten kiezen we voor waterstof, want dat kunnen we ook maken met elektriciteit. En als we het nu toch hebben over elektriciteit, die gaan we ook groen kleuren. In een geheel hoofdstuk beschrijven ze hoe de opwekking van elektriciteit moet veranderen naar zoveel mogelijk hernieuwbare bronnen. En uiteraard gaan we dat niet in procenten uitdrukken, nee dan gaan we praten met groot klinkende getallen: 20,2 Mton CO2 reductie.

Terwijl nu de industrie met 3Mton uitstoot per jaar stijgt denken ze er voor te zorgen dat we in 2030 20,2 Mton reduceren. Dit beschrijven ze letterlijk voor elkaar te krijgen door te vertrouwen op innovatie. Want, zeggen ze:

“Hoe het duurzame energiesysteem van de toekomst er straks werkelijk uit gaat zien, weten ook wij niet precies. Dat kan ook niet. We willen overigens geen dichtgetimmerd plan: nieuwe innovaties en doorbraken in de komende jaren kunnen nieuwe inzichten, andere kosten en marktrijpe toepassingen brengen. We doen nu wél alles dat ook straks nog steeds verstandig is (no regret). Al hebben ook wij geen glazen bol, door onze oogharen zien we het volgende:

Het duurzame energiesysteem van de toekomst zal complexer zijn dan vandaag de dag. Het is één systeem vol duurzame elektronen en duurzame moleculen.”

Het complete groene elektriciteitsplan is gebaseerd op techniek die nog niet bestaat en waarvan ze niet gaan snappen hoe het werkt. Maar we investeren wel in windmolens en zonne-energie, want daar kunnen we geen spijt van krijgen. Ik weet niet of ze af en toe TV mogen kijken van mama, maar als ze Lubach hadden gezien dan hadden ze geweten dat slechts 2,2% van onze energie daadwerkelijk groen is. De rest wekken we nog altijd op met kolencentrales of compenseren we met certificaten. Gelukkig staan die centrales niet midden in de stad, dus hoeven we de uitstoot niet te zien. Ze vertrouwen er ook op dat de burgers deze verantwoordelijkheid wel op zich zullen nemen. Maar als je alles gaat reduceren tot beeldspraak over elektronen en moleculen dan begin ik mij ernstige zorgen te maken. Zeker als je alles afhankelijk maakt van de productie van groene elektriciteit.

klimaatakkoord-natuur
Verftekening Jan-Willem 1989 “Dit ben ik in het bos tijdens de herfst”

We zitten met het groenste kabinet ooit zonder glazen bol. In mijn ogen is dat een regering zonder visie. De grootste vervuilers ontspringen de dans of worden naar voren geroepen voor een welgemeend: “foei!”. En wij burgers mogen weer de prijs betalen voor de honger naar eeuwige groei. Dit onhoudbare ideaal hebben ze naast de economie nu ook geprojecteerd op het milieu. Maar ik neem het de regering niet kwalijk, ze weten niet beter. Oom Shell verteld ze dat een brandweer auto rood moet zijn en Tante Unilever ziet graag een mannetje op een ladder staan blussen. Zo lang er maar vuur uit de huizen blijft branden, dan klopt het plaatje. In perspectief leren tekenen zit er voorlopig helaas niet in.

Ik wilde hier stoppen met mijn verhaal over het klimaatakkoord, maar ik moet niet hypocriet zijn. Ik erger me altijd aan artikelen zonder oplossing en dus moet ik daar zelf ook iets over durven zeggen. Mijn directe advies aan de overheid: luister naar de vrouwen van de politiek. Beweeg naar een planeet brede oplossing zoals de partij voor de dieren dat helder ziet. Beweeg weg van oneindige groei en werk aan de balans tussen mens en natuur. Het is doodeenvoudig: neem genoegen met genoeg.

De focus moet niet liggen op het terug dringen van de uitstoot van broeikasgassen. Het broeikaseffect is eigenlijk nog het minst van onze zorgen. De focus moet liggen op wat de aarde ons heeft te bieden. En het gebruik van 1,7 aarde gaan we niet lang volhouden. Dat is 0,7 aarde die we niet gaan compenseren door een kolonisatie van Mars. We wonen nu met 7,2 miljard mensen op deze planeet en volgens Hans Rosling zullen we ons moeten voorbereiden op maximaal 11 miljard. De rekensom is eenvoudig en de oplossing ligt in ons verbruik. We kunnen allemaal leven met een klein beetje minder, dat zijn wij middenklassers intussen wel gewend. Het is de bovenklasse, de welbekende 1%, die de werkelijke ravage in deze wereld veroorzaakt.

De natuur heeft ons genoeg te bieden door de energie van de zon. Alles dat op aarde groeit keert terug naar de grond. De olie, kolen en gas staan gelijk aan miljoenen jaren van gecomprimeerde zonne-energie. Laten we dat niet zo snel opmaken, maar wijs gebruiken. Je hebt het niet nodig om grondstoffen te transformeren en te transporteren naar mensen die hun koopwoede proberen te stillen.  Zet deze drang naar “groei” om in gebruik van onze natuurlijke nieuwsgierigheid. We willen er vrijwel allemaal iets moois van maken, maar we moeten alleen maar weten hoe. Neem even afstand, haal diep adem en observeer. Maak plannen voor de toekomst die bouwen aan een veerkrachtige maatschappij. Want uiteindelijk willen we als mens langer leven dan enkele generaties.

– Jan-Willem van der Male –

Reageren